Vorig jaar gingen we op huwelijksreis naar Thailand. Hier lazen jullie al dat we in Chiang Mai een hele leuke cooking class volgden om authentieke Thaise gerechten te leren maken. Na de reis aten we echter een paar weken (eigenlijk maanden) geen Thais meer, aangezien Jeroen er een voedselvergiftiging opliep en dus helemaal geen zin meer had in khao soi, noedels of wat dan ook.
Gelukkig draaide hij na een tijdje bij, en sindsdien is pad thai een steeds wederkerend gerecht op onze weekmenu’s. Ik perfectioneerde het recept beetje bij beetje, en kan nu met trots zeggen dat het écht zoals in Thailand smaakt… Een perfect evenwicht tussen zoet, zuur, zout en spicy!
De tamarindepasta is het geheim van de saus, deze vind je terug in Aziatische winkels. Je kan hem eventueel vervangen door limoensap, maar dan zal de saus minder stroperig zijn (en stiekem dus minder lekker).
Pad thai
Ingrediënten (voor 2 personen)
- 200g rijstnoedels, ongekookt
- 2 el tamarindepasta
- 5 el sojasaus
- 5 el rietsuiker
- 1,5 kl sriracha
- 2 el arachideolie
- 400g sojascheuten
- 200g tofu, afgegoten en verkruimeld
- 50g gezouten pinda’s, grof gehakt
- 1 limoen, in 4 partjes
- 2 handjes verse koriander, grof gehakt
Bereidingswijze
- Dompel de rijstnoedels 8 minuten onder in kokend water, en spoel ze daarna af met koud water
- Maak de saus: meng hiervoor de tamarindepasta, sojasaus, rietsuiker en sriracha goed dooreen. Ik doe dit altijd in een bokaaltje met schroefdeksel, zodat ik goed kan schudden
- Verhit de arachideolie in een diepe pan of wok
- Roerbak de noedels met de saus, de sojascheuten en de verkruimelde tofu
- Verhit een 5-tal minuten tot alles goed opgewarmd is, en de saus wat blijft kleven aan de pan
- Verdeel over de borden, en garneer met de pinda’s, de limoen en de verse koriander